donderdag, november 22, 2012

Over de nieuwe kleren van de keizer en het lelijke eendje : het Hans Christian Andersen-dilemma van de openbare bibliotheek



Op zondag 18 november gaf de openbare bibliotheek van Lebbeke het startsein van hun zelfuitleenmodule. Ter gelegenheid van de officiële opening hield ik volgende conference. 

Enquêtes, de één al wetenschappelijker dan het ander, hebben het de laatste decennia overvloedig aangetoond : de mensen zijn zeer tevreden over hun bibliotheek. De scores hebben dan ook vaak stalinistische proporties in positiviteit : de bibliotheek is de meest klantvriendelijke dienst in een gemeente, de gebruikers appreciëren het aanbod en het personeel, activiteiten worden sterk gewaardeerd, ...

En toch …
Dit zijn de nieuwe kleren van de keizer want ...

Uitleencijfers gaan achteruit, jongeren blijven weg uit de bibliotheek, muziekafdelingen zijn gekelderd, …

Er is meer aan de hand

De bibliotheek is teveel verworden tot een “nice-to-have”, ipv een “need-to-have”. Bibliotheken hebben moeite om hun maatschappelijk nut aan te tonen.

Ooit was het anders :
lokale bibliotheken, ooit in het leven geroepen om mensen te indoctrineren in de eigen zuil, kregen een averechtse werking als oorden van rebellie en ontvoogding. Van emancipatie zou geen sprake geweest zijn zonder de kleine boekerijen die arbeiders, vrouwen en jongeren een blik op een andere wereld gaven.

Friedrich Engels en Karl Marx schreven hun Communistisch Manifest, omringd door de grote filosofen in boekvorm, in de bibliotheek. De bibliotheek bood zo de logistieke ondersteuning aan de grootste politieke omwenteling van de afgelopen eeuwen.

Tijdens de drooglegging in de Verenigde Staten van de jaren 20 en 30 had Ernest Gallo zich bekwaamd in het wijnmaken … in een openbare bibliotheek. Dank zij die plaatselijke bibliotheek kent de wereld nu de heerlijke Californische wijnen. De Amerikaanse puriteinen hadden alcohol gebannen, maar hadden het duivelse oord van zonde, de bibliotheek, over het hoofd gezien.

Voor de zytologen onder ons wil ik meegeven dat de lekkerste bieren uit onze contreien, bijv. de Karmeliet, gebrouwen zijn naar recepten die in bibliotheken van kloosters en abdijen gevonden werden.

Met deze voorbeelden tonen we aan dat bibliotheken aan de grondslag lagen van zeer diverse maatschappelijke, economische én technologische innovaties. Een bibliotheek was dus altijd veel meer dan een plaats van stille recreatie, het waren de verzamelplaatsen van geformaliseerde kennis.

In elk betoog wil ik minstens één maal de naam van Paul Otlet, vermelden, volgens mij de grootste Belg, maar schandelijk miskend. Hij was de grondlegger van de moderne bibliotheek- en informatiewetenschap. Hij beschreef in de jaren dertig van de vorige eeuw zijn idee over een toekomstige bibliotheek : mensen zouden telefoneren naar hun bibliotheek en de bibliotheek zou op hun vraag een boek open leggen voor een televisiecamera - toen een gloednieuwe uitvinding. Bibliotheekgebruikers zouden dan van thuis uit via een televisietoestel boeken kunnen raadplegen.

Dit klinkt nu zeer “vintage future”, maar dit was het eerste uitgeschreven concept van iets wat pas een halve eeuw later zou ontwikkelen : het internet. De bibliotheek lag dus mee aan de wieg van het internet.

Als we terugflitsen naar het heden moeten we echter vaststellen dat dat internet echter de grootste nemesis geworden is van de bibliotheek. Cd’s uitlenen is op sterven na dood, muziek beluisteren gebeurt nu met Spotify. Dvd’s zijn op hun retour dank zij de “rode knop”. En ook papieren boeken zullen geen eeuwig leven beschoren zijn. Op de internetboekhandel Amazon worden op dit moment meer e-books verkocht dan papieren boeken.

Volgens pessimisten is de rol van de openbare bibliotheek binnen 10 jaar uitgespeeld. Dan zal de klassieke rol van de bibliotheek overgenomen zijn door de Big Five : Google, Facebook, Amazon, Microsoft en Apple. Enkel nog rabiate bibliofielen zullen wild worden van de taciliteit en geur van een gebonden boek.

Deze dominante commerciële spelers hebben er voor gezorgd dat informatie, muziek en literatuur niet langer hun neerslag vinden in een fysiek product, zoals een boek of cd, maar als ééntjes en nulletjes zweven in de wolken (of de cloud).

Maar om hier uit de concluderen dat de rol van de bibliotheek uitgespeeld is, is wel zeer kort door de bocht.

De maatschappelijke return van een bibliotheek is immers niet de uitleen van boeken, dvd’s en cd’s. Dat zijn maar de kleren van de keizer. Een bibliotheek is een huis vol muziek en letteren, een huis van plezier en ontspanning, een huis voor kennis en educatie, een huis vol ontmoetingen en socialisatie. De drager hiervoor is van geen enkel belang.

Maar we moeten ook realistisch zijn : het zijn uitdagende tijden voor de lokale bibliotheek en ze zal zich moeten vervellen van het lelijke eendje tot een zwaan in deze informatiemaatschappij.

Bibliotheekmedewerkers moeten opnieuw experten en vertrouwenspersonen worden, die naar klanten kunnen luisteren, hen kunnen informeren en doorverwijzen en adviezen op maat kunnen formuleren. Ze moeten een coach worden voor de nieuwe media en nog meer een baken in deze complexe en hectische samenleving.

Er moet een radicale kentering komen in het bibliotheekwerk : backoffice-taken moeten gecentraliseerd worden en routinetaken moeten over gelaten worden aan de machines, zodat er tijd vrij gemaakt kan worden voor de individuele klant.

De grootste routinetaak in de bibliotheek is de uitleen. RFID is daarom een geschenk uit de hemel. Het zorgt er immers voor dat de uitleen door de lener zelf kan geregistreerd wordt en dat de collectie wordt beveiligd. Verkeerd geplaatste materialen kunnen makkelijk teruggevonden worden.

De zelfuitleen kan, hoe contradictorisch het ook klinkt, zorgen voor meer persoonlijk contact in de bibliotheken en meer high touch in deze tijden van high tech.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten